Blog
Laurens Pol kijkt terug op 25 jaar EAL én blikt vooruit... ‘Ik zie hier nog heel veel uitdagingen’

Liefde voor techniek
De liefde voor techniek beperkt zich niet alleen tot EAL, want zelfs in zijn vrije tijd houdt Laurens Pol zich, naast zijn geliefde hobby mountainbiken, met engineering bezig. “Ik woon in Vaassen, een dorp net boven Apeldoorn. Wat velen niet weten, is dat daar de grootste carnavalsvereniging van Nederland zit. Daar was ik nooit bij betrokken, totdat mijn dochter op volleybal ging. Die club had het door de coronaperiode erg zwaar en een groep ouders maakte een plan om de vereniging onder de aandacht te brengen. Hoe? Door een carnavalswagen te bouwen, haha. Ik heb hen daar op technisch vlak mee geholpen. We zijn al twee keer eerste geworden in de categorie ‘loopwagens’.”
Succesvol is Laurens ook al 25 jaar bij EAL. Op 1 september jongstleden vierde hij er zijn jubileum. “De tijd vliegt, echt waar. Ik herinner me mijn kennismaking met EAL nog als de dag van gisteren. Ik zat op de MTS, zocht een stageplek en moest een top vijf van bedrijven doorgeven. EAL stond daar niet eens zo hoog op, maar uiteindelijk belandde ik wel daar.”
Solderen bij Schiphol
Veel variatie was er eerst niet qua werkzaamheden. Het scheelde ook niet veel of Laurens had zijn stage elders voortgezet. “Het was in die eerste weken heel veel solderen. Ik deed niets anders. Ik dacht: als ik dit mijn hele stageperiode moet doen, dan zoek ik wat anders. Maar net op tijd was het Jaap Jansen, oud-eigenaar van EAL, die mij meenam naar Schiphol. We moesten daar aanpassingen doen aan het voice recording-systeem. Zat ik daar in een kelder te solderen, heel gaaf!”
Uiteindelijk liep Laurens eind vorige eeuw niet één, maar twee keer stage bij EAL. “Officieel mag je één keer stagelopen per bedrijf, maar er waren niet genoeg plekken. Er is toen een uitzondering gemaakt en op die manier ben ik blijven ‘hangen’ en doorgerold. Op 1 september 2000 ging ik bij EAL aan de slag als servicemedewerker. Dat is heel erg des EAL, want veel collega’s zijn hier via hun stage terechtgekomen.”
Testengineer: spil in het web
Inmiddels is Laurens al een jaar of acht testengineer, want na zestien jaar wilde hij wel wat anders. De vorige directie kwam met het verzoek of hij een testafdeling wilde opzetten. “Een goede vriend van mij deed dat sinds zijn schooltijd. Aan hem vroeg ik waar ik verstandig aan deed. We hebben samen een cursus afgerond en ik heb er nooit spijt van gehad. Het werk is fantastisch. Je zit overal tussenin en test wat R&D ontwikkelt. Daarbij draait het allemaal om de vraag van de klant. Wat wil de eindgebruiker? Mijn ervaring als servicemedewerker komt daarbij goed van pas.”
Trots op project bij Erasmus MC
Door de jaren heen heeft Laurens ook projecten begeleid. Aan die bij het Erasmus MC bewaart hij goede herinneringen. “Dat ging om de toegangscontrolesystemen en het inrichten van de traumaroute. Als de traumahelikopter landt, dan moeten de artsen via een aparte opengestelde route zo snel mogelijk naar de operatiekamer. En we maakten een speciale voorrangspas voor de lift, die dan bij een traumageval direct met spoed naar beneden gaat. Mooie voorbeelden van toegangsverlening en qua techniek komt daar best wat bij kijken. Ik heb me er over verbaasd: het Erasmus MC vergelijk ik met mijn dorp. Daar wonen ongeveer 13.000 mensen en bij het Erasmus MC werken er zo’n 15.000. Dan ga je ’s ochtends naar je werk met alle mensen die in Vaassen wonen. Een heel bijzonder project waar ik trots op ben.”
Laurens zag zo’n beetje alle meldkamers van Nederland en zegt nog het meeste genoten te hebben van de samenwerking met zijn collega’s. In binnen- en buitenland. “Met twee collega’s ben ik naar Engeland gegaan om te onderzoeken of we daar een voet tussen de deur konden krijgen op de bankenmarkt met onze voice recording-systemen. Dat is helaas niet gelukt, maar het was spannend en weer eens wat anders.”
Rijden achter een vliegtuig
Schiphol is en blijft een heel bijzondere klant van EAL en één waar Laurens ook na zijn stage mooie momenten beleefde. “Met een collega moest ik daar onderhoud plegen aan de alarmeringssystemen. Na de werkzaamheden kregen we van het technisch personeel nog een rondleiding achter het douanegebied. Reden we met onze auto achter een vliegtuig die aan het taxiën was naar een slurf. Ik had het gevoel dat de warmte van de motoren dwars door de auto heen ging. Erg indrukwekkend.”
In die 25 jaar is de markt en dus ook het werken bij EAL veranderd. “Honderd procent. Dat digitaliseren is écht knetterhard gegaan. Vroeger was het vooral analoog. Als we iets wilde realiseren, moesten we echt fysieke kabels aanleggen. Die hadden vaak een kleurcode. Ik weet nog dat ik die een keer moest aansluiten op LSA-blokken, omdat mijn collega kleurenblind was. Las hij de instructies voor en was ik het in elkaar aan het zetten. En vroeger hadden we nog wel eens een server met een simpel wachtwoord of dat je met enter moest inloggen. Dat is echt niet meer van deze tijd.”
Bij EAL bouwden en leverden ze vroeger ook zelf de servers. “We kochten zelf onderdelen, want dat was goedkoper. Ik heb destijds nog CPU’s op een moederbord geplaatst, met koelblokken en VGA-kaart erop en Windows geïnstalleerd. Tegenwoordig ligt dat bij beheerders zelf. Als tester vind ik het werk ook nu nog heel leuk, maar het is wel complexer. Vroeger waren sommige dingen begrijpelijker en kon je bij een storing sneller de oorzaak achterhalen. Nu zitten er zoveel firewalls en controlemiddelen tussen. Je moet steeds zaken uitsluiten voordat je bij het probleem bent.”
Nieuwe fase
Met het vertrek van de vorige eigenaren en de komst van directeur Arnout Vink is er een nieuwe fase aangebroken, ook voor Laurens. “Ik deel onze nieuwe toekomstvisie. Dus zorgen dat onze producten toekomstbestendig en secure zijn. En dat we nog meer richting de vraag van de eindgebruiker opschuiven en heel goed in beeld hebben waar de behoeften liggen van onze (potentiële) klanten. Daar draait het om.”
Laurens heeft er 25 enerverende jaren op zitten. In september was er een borrel met collega’s om daar bij stil te staan. Heeft hij nog een cadeau gekregen? “Ja, ik mocht zelf iets uitzoeken. Ik heb een Kenwood-radio uit 1992 en daar zocht ik nog speakers bij.” En nu op naar de volgende 25 jaar? “Ja, wie weet! Ik zie hier nog heel veel uitdagingen.”